Ethische gedragscode

1. Inleiding

De wereld kan niet zonder biodiversiteit. Biodiversiteit is meer dan alleen de diversiteit aan soorten. Het gaat om de diversiteit aan soorten die onderling in een samenhangend geheel – een ecosysteem – met elkaar en met hun omgeving verbonden zijn en zich voortplanten. Ecosystemen leveren onophoudelijk producten en diensten die onmisbaar zijn voor mensen. Verlies aan biodiversiteit is dus meer dan alleen het verlies van (bedreigde) soorten. Hoe minder oorspronkelijke soorten, hoe onstabieler het ecosysteem. Het is dus zaak biodiversiteit te beschermen en zo ons ‘life support system’ in stand te houden. Zo kunnen we blijven profiteren van de producten en diensten die ecosystemen ons leveren.

Bureau Endemica wil daarbij een verantwoorde rol spelen, zowel naar de biodiversiteit als naar haar opdrachtgevers en de maatschappij. Alle vaste medewerkers van Bureau Endemica hebben daarom deze ethische gedragscode geaccepteerd en beloofd deze na te leven.

2. Doelstellingen

Van ieder medewerker wordt verwacht dat zij voldoen aan de volgende doelstellingen:

  1. Behoud en herstel van de biodiversiteit en de daarbij horende ecologische processystemen die van essentieel belang zijn voor een volledig functionele biosfeer;
  2. Vergroten van ecologisch kennis ten behoeve van behoud en herstel van de biodiversiteit;
  3. Erkenning van de intrinsieke waarde van organismen;
  4. Het stimuleren van innovatie, kennisoverdracht en praktijkervaringen voor een duurzame aanpak van effectief natuurbehoud;
  5. Bijdragen aan de erkenning van het belang van biodiversiteit voor het leven bij andere professionals, de overheid en de samenleving;
  6. Stimuleren van de invoering van duurzaam beleid en processen ter bescherming en verbetering van de ecosysteemdiensten, waarvan alle leven op aarde van afhangt.

3. Algemene beroepsverplichtingen

Een ieder die zich verbindt aan deze code, dient:

  1. Zichzelf zoveel mogelijk op de hoogte te stellen van nieuwe ontwikkelingen in het ecologisch vakgebied.
  2. Ervoor te zorgen dat zijn of haar acties niet schadelijk zijn voor de ecologische branche in het algemeen, of de rol van ecologen in het bijzonder.
  3. Te voldoen aan de door het Ministerie van Economische Zaken gestelde voorwaarden en daarmee gekwalificeerd te zijn als ecologisch deskundige met aantoonbare ervaring en kennis op het gebied van soortspecifieke ecologie.
  4. Geen financiële of juridische belangen te hebben bij de uitkomst van het gevoerde onderzoek.
  5. Waar nodig het voorzorgsprincipe te hanteren ten aanzien van effecten op natuur en landschap.
  6. Eerlijk te handelen in de omgang met anderen en tijdens de uitoefening van professionele taken.
  7. Behandelt de door de opdrachtgever als vertrouwelijk verstrekte gegevens als zodanig. Zich aantoonbaar actief in te zetten op het gebied van de Natuurbescherming of ecologische monitoring.

4. Onderzoek / Veldwerk

  1. Het veldwerk dient te voldoen aan de geldende protocollen en soortenstandaards.
  2. Wordt uitgevoerd met respect voor de intrinsieke waarde van natuur, in het besef van de complexiteit van natuur en van de relatie maatschappij-natuur.
  3. Wordt alleen uitgevoerd indien over hij/zij over voldoende deskundigheid beschikt om deze opdracht uit te voeren.
  4. Bij uitvoering wordt de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht genomen en naar vermogen zorggedragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van andere personen.
  5. De ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen dient op de juiste wijze te worden gebruikt.

5. Advies en rapporten

Bij het opstellen van adviezen en rapporten dient/dienen:

  1. Te worden voldaan aan de Nederlandse en Europese (natuur)wetgeving.
  2. Inhoudelijk verantwoord te zijn, zowel ten aanzien van de belangen van de opdrachtgever, de maatschappij als de natuur.
  3. Het rapport correct, eerlijk en duidelijk te zijn en dienen bevindingen voor zover mogelijk, gegeven de omstandigheden, volledig, objectief en waarheidsgetrouw overgebracht te worden.
  4. De opdrachtgever geattendeerd te worden ingeval de uitvoering van een opdracht in strijd wordt geacht met een goede vakuitoefening en wordt ingezet deze strijdigheid op te heffen. Indien dit niet kan zal de opdracht worden teruggegeven.
  5. Data absoluut niet vervalst te worden en er zal geen fraude worden gepleegd. Ook zal een ieder zich inzetten om fraude te voorkomen.
  6. De beperkingen aan de interpretatie van de informatie die wordt gebruikt, duidelijk gemaakt te worden.
  7. Valse, onjuiste, bevooroordeelde, ongegronde of overdreven verklaringen over ecologie worden voorkomen.
  8. Verzamelde verspreidingsgegevens, waar mogelijk, beschikbaar gesteld te worden aan de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF).