Beoordeling voor huidige en toekomstige opstallen en de potentiële effecten van stikstof op Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen.

Stichting tot behoud van de Historische Buitenplaats Ockenburgh (SHBO) heeft buitenplaats Ockenburgh met opstallen sinds 2018 in eigendom. Het is een organisatie, voortgekomen uit een burgerinitiatief, waarin zo’n 100 vrijwilligers actief zijn verdeeld over verschillende groepen. Ze organiseren activiteiten: van technische klussen, tuinonderhoud en de inzet van gastvrouwen tijdens bijeenkomsten tot presentaties over het burgerinitiatief. De buitenplaats ligt omringd (exclavering) door het Natura 2000-gebied #99: Solleveld & Kapittelduinen.

Vanwege de nabijheid van het Natura 2000-gebied dient bij realisatie van de plannen rekening te worden gehouden met mogelijke effecten (met betrekking tot stikstof) op de instandhoudingsdoelen zoals beschreven in het aanwijzingsbesluit. Het Solleveld & Kapittelduinen was namelijk door de Europese Commissie bij beschikking van december 2004 op basis van de Habitatrichtlijn geplaatst op de lijst van communautair belang en aangemerkt als beschermd gebied.

Bij veranderingen ontkomt ook SHBO niet aan het laten opstellen van een Ecologische Voortoets vanwege de ligging midden in de duinen. In de Ecologische Voortoets wordt beoordeeld en onderbouwd of significante negatieve effecten op instandhoudingsdoelstellingen kunnen worden uitgesloten. In dit geval werd met deze Voortoets door ons onderzocht of behoud van de kas en de bouw van een poorthuis een significant effect heeft op het Natura 2000-gebied Solleveld-Kapittelduinen. Hierbij wordt rekening gehouden met de staat van instandhouding van betrokken habitattype. Of er sprake is van significant negatieve effecten is onder andere afhankelijk van de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden en de vraag welke gevolgen een toename van stikstofdepositie heeft voor het bereiken van die doelstellingen. Een plan of project heeft een significant effect als deze de haalbaarheid van instandhoudingsdoelstellingen in de weg staat (bijv. verslechtering van een habitattype of het leefgebied van een habitatrichtlijn- of vogelrichtlijnsoort). Maar het is dus ook mogelijk dat een project wel gevolgen heeft voor een bepaald gebied, maar dat de instandhoudingsdoelstellingen niet in gevaar komen. In dat geval is er geen sprake van een stikstoftoename met significante gevolgen voor een Natura 2000-gebied. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien er wel een toename is van stikstofdepositie maar de toename van de stikstofdepositie plaatsvindt in een niet-stikstofgevoelig habitattype, of wanneer de kritische depositiewaarde (KDW[1]) niet wordt overschreden. Voor de habitattypen en leefgebieden waarvoor instandhoudingsdoelstellingen gelden in Natura 2000-gebieden zijn KDW voor stikstofdepositie vastgesteld. Met de KDW wordt bedoeld: de grens waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van het habitat significant wordt aangetast als gevolg van de verzurende en/of vermestende invloed van atmosferische stikstofdepositie (Van Dobben et al. 2012). Deze KDW zijn bepaald op basis van de waarden in wetenschappelijke literatuur, op basis van veldexperimenten en op basis van modeluitkomsten (Bobbink en Hettelingh 2011). Ieder habitattype en subtype heeft dus een eigen KDW, waarbij overschrijding van die waarde verslechtering optreedt. Wanneer de achtergronddepositiewaarde (ADW) lager is dan de KDW, en deze ook niet overschreden wordt door de additionele depositie als gevolg van de te toetsen activiteit, kunnen significante effecten als gevolg van deze stikstofdepositie worden uitgesloten.

Op grond van de effectbeschrijving en -beoordeling kon worden geconcludeerd dat in de Natura 2000-gebieden Solleveld & Kapittelduinen significant negatieve effecten bij voorbaat zijn uit te sluiten omdat bestaande de instandhoudingsdoelstellingen voor habitattypen en soorten niet in gevaar komen bij de uitvoering van de plannen. Er was dus sprake van categorie 4a: Niet vergunningplichtige activiteiten zonder specifieke voorwaarden. Omdat er geen negatieve effecten zijn, is het tevens uitgesloten dat er significante negatieve gevolgen optreden op aangewezen instandhoudingsdoelen. Derhalve was geen ontheffing Wet natuurbescherming nodig, evenmin mitigatie of een vervolg in de vorm van een Verslechteringstoets of Passende Beoordeling. SHBO kon haar plannen gewoon realiseren. Zo zie je maar weer, ons land zit echt niet helemaal op slot zoals sommige beweren.

[1] de grens waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van het habitat significant wordt aangetast door de stikstofdepositie.