In het voorjaar van 2024 werd door Bureau Endemica een interessante test uitgevoerd waarbij op ongemaaide dijkvakken broedvogels werden opgespoord met behulp van een drone uitgerust met een warmtebeeldcamera. Het doel van de test was om te onderzoeken hoe effectief deze moderne techniek is in vergelijking met de traditionele methode van een ervaren broedvogelteller.

De drone vloog over de nog ongemaaide dijken en scande de vegetatie op warmtebronnen, wat zou kunnen wijzen op de aanwezigheid van broedende vogels. Tegelijkertijd werd het gebied door een broedvogelteller te voet verkend, die zijn ervaring en kennis gebruikte om nesten te lokaliseren.

Het resultaat van de test leverde interessante inzichten op. Hoewel de drone in staat is om een aantal nesten op te sporen, zijn er situaties waarin de broedvogelteller beter presteert. Nesten die goed verstopt waren onder dichte vegetatie of in complexe habitats bleven vaak buiten het bereik van de drone, terwijl de ervaren teller deze met het blote oog of door subtiele gedragskenmerken van vogels wist te vinden. De drone kon namelijk soms niet door dikke begroeiing heen kijken, waardoor deze warmtebronnen niet altijd detecteerde.

De test toonde aan dat drones met warmtebeeldcamera’s een nuttige aanvulling kunnen zijn op het werk van ecologen en broedvogeltellers, vooral op grote en moeilijk bereikbare terreinen. Echter, voor nauwkeurige en volledige inventarisaties blijft de expertise van een menselijke teller essentieel, zeker in gebieden met complexe vegetatiestructuren. Verdere verfijning van de technologie en het combineren van beide methodes lijkt een veelbelovende stap voor de toekomst van natuurmonitoring.